Cwillyaigne O’Cockaigne breekt haar onderkaak

28 februari: Cwillyaigne O’Cockaigne breekt haar onderkaak.

Ons Pechvogeltje.

Het coursing seizoen is voor de meeste hounds weer begonnen. Niet voor onze Cwillyaigne. Zij is geboren voor het ongeluk en heeft al vele coursings moeten overslaan vanwege ernstige blessures, bijna allemaal opgelopen in het vrije veld tijdens een wandeling of fietstochtje.

Afgelopen 28 februari was het weer raak. We waren lekker aan het wandelen in de velden achter ons bosje. De hounds liepen wat te scharrelen op een wei waar normaal Belgische trekpaarden lopen en opeens schoot er een haas weg. 

Calhoun, Caintha en Cwillyaigne schoten er achteraan. Daar het eigenlijk heel veilig is, geen wegen of fietspaden en weinig prikkeldraad dat ze precies weten te omzeilen, maakte ik me niet druk en liep rustig met de andere hounds die kant op waar ze wel weer vandaan zouden komen. De hazen schieten meestal het bos of de boomplantages in en dan zijn de jongens ze al snel kwijt maar dit haas besloot anders. Calhoun en Caintha kwamen vrij snel weer terug en na een paar keer roepen zag ik Cwillyaigne in de verte een hoek omkomen. Iets klopte er niet, ze liep niet kreupel maar toch..

Toen ze dichterbij kwam schoot er vlak bij haar weer een haas weg maar ze keek alleen maar… reageerde verder niet. Niet goed, dacht ik. Toen ze op een afstand van ongeveer 10 meter was zag ik allemaal bloed uit haar bek stromen en probeerde ze met haar voorpoten iets uit haar bek te klauwen. Een tak of zo, dacht ik maar nadat ik haar overreden had om over de greppel te springen en haar kop in mijn handen nam zakte de moed me in de schoenen. Haar onderkaak was minstens op drie plaatsen gebroken. De haas was kennelijk een betonnen duiker ingeschoten, er liggen er geloof ik twee of drie onder de paden door en zij was er vrolijk achter aan geschoven.

Enfin, de dierenarts is drie uur aan het knutselen geweest om het puzzeltje weer in elkaar te krijgen, de kaak  bleek op vier plaatsen te zijn gebroken, en dat heeft ze overleefd.

Helaas bleek na 9 weken dat het aan de rechter kant (de kapotste kant) niet aan elkaar was gegroeid en dat er botoplossing plaats vond op de plaatsen waar de schroefjes zaten. Dus weer onder het mes, metalen plaat er uit en nu maar afwachten of de ontsteking wil genezen. Het begint nu wat minder dik te worden maar we zijn er nog lang niet. Zielige Cwillyaigne, ons anders zo vrolijke meisje is nu een hoopje ellende, ze kan nog maar af en toe kwispelen en is constant bang dat één van de andere hounds tegen haar snoetje loopt. Gelukkig gaat eten (nagenoeg vloeibaar) en drinken goed en kan ze wel lekker mee wandelen, alleen wel aan de riem!

 

Hoe het verder ging met ons Pechvogeltje.

Op 20 juli jl. is onze Cwillyaigne weer geopereerd. Ze had toch duidelijk last van die half los hangende onderkaak en ik durfde haar maar af en toe los te laten lopen wat niet bepaald bevorderlijk was voor haar geestelijke welzijn. Ze is nou eenmaal een renmonster.   

Na veel wikken en wegen besloot ik naar Luc Janssens te gaan, een specialist chirurgie waar ik al eerder met andere hounds was geweest. Hij heeft een moderne kliniek, Anubis, net onder Antwerpen, met alle scan- en röntgen mogelijkheden en een heel team specialisten om zich heen.

Woensdagochtend 9.00 uur waren we ter plaatsen en na het verhaal aangehoord te hebben kreeg Cwillyaigne een kalmeringsspuitje en werd afgevoerd naar de scan-kamer. Na een 20 minuten mocht ik de beelden komen bekijken. De linker- en voorkant van de onderkaak waren mooi aan elkaar gegroeid maar de voorste schroef van de metalen plaat die er links nog in zat, veroorzaakte in de rechterkaakhelft, waar de schroef ook in vast was gezet, botoplossing. Dus deze plaat moest er ook weer uit. Rechts achterin was een grote loze ruimte te zien van ongeveer een dikke centimeter. Luc Janssens vertelde mij, voor dat we de behandeling door namen, dat hij dit niet echt een presentje vond, het zou een zware operatie maar vooral herstelperiode, worden. Enfin, de behandeling zou bestaan uit; links plaat eruit, rechts kaakuiteinde opschonen, holte opvullen met beenmerg uit de opperarm en antibioticasponsjes en vervolgens weer fixeren met een plaatje. Cwillyaigne bleef achter en ik ging knarsetandend naar huis.                                                                                                                              

Om 13.00 uur kreeg ik een telefoontje dat de operatie goed was gegaan en dat ik Cwillyaigne tegen zessen kon ophalen. Wel hadden ze ook nog een boven snijtandje moeten trekken om de kaken goed te kunnen laten sluiten, de onderkaak was intussen zo veranderd dat de rechterhoektand tegen het snijtandje aan kwam.      

Voor zessen waren we in Aartselaar. Cwillyaigne lag nog diep te slapen, ze was wel al een keer wakker geweest maar ze hadden haar nog maar lekker aan het infuus gelaten tot wij er waren. Na alles doorgesproken te hebben, vertrokken wij met een grote zak medicamenten en een nog slapende Cwillyaigne. Ik had me er op voor bereid dat ze paniekerig zou ontwaken, dat was één van de vorige keren tenminste zo maar nu bleef ze zeer rustig tot een uur of half twee ’s nachts. Toen begon ze een beetje te piepen en tilde af en toe haar snoetje op. Om half drie vroeg ik of ze een plasje moest doen, ze stond gelijk op en liep nauwelijks kiebel mee naar buiten en deed een enorme plas. Toen wist ik dat het goed ging met haar en kon ik met een gerust hart naar bed.                                                                                                                                

De eerste week was een zware week. Er waren dagen dat ze zoveel pijn had dat ze niet wilde drinken, laat staan eten. Het was een crime om de medicamenten naar binnen te krijgen maar na een week ging het gelukkig iets beter. Alles natuurlijk zeer vloeibaar maar we kregen het erin. De medicijnen maakte ik in een vijzel fijn. Haar staartje hebben we niet zo veel zien kwispelen en van de wandelingen genoot ze ook nog niet.                                                                                                                                                                                                                                            

Opvallend was dat na de operatie haar bekkie niet dikker werd en ik kon er goed aankomen om het schoon te houden want ze kwijlde wel verschrikkelijk. Na twee weken werd dit gelukkig een stuk minder en kon ze zelf haar bek wat beter aflikken. Ook het eten, nog steeds nagenoeg vloeibaar, en drinken ging goed.

Na drie weken was ze duidelijk een stuk vrolijker en zijn we met een gedeelte van de pijnstillers gestopt. Dat ging goed. In de vierde week konden we stoppen met de antibiotica en nog een week later ben ik gestopt met de Rimadyl.

Het gaat goed, ze is vrolijk, wil weer dolgraag jagen maar mag nog niet van mij, eet goed alhoewel haar snelheid hierin duidelijk is afgenomen en geeft zelfs weer kusjes.                                                                  

Vanwege alle narcose was haar vacht totaal naar de knoppen,     daarom besloot ik om haar compleet te strippen. En wat verscheen daar??? Een prachtige “Greyhound”! Persoonlijk vind ik mijn “Greyhound” mooier dan de echte. 

 

Over anderhalve week moeten we terug voor controle, hopelijk laten de beelden een compleet aan elkaar  gegroeide onderkaak zien zodat we dit hoofdstuk  na een  dik half jaar weer kunnen afsluiten.

 

 

 

Pech, pech en nog eens pech voor ons Pechvogeltje.

5 september moesten we terug komen voor controle. We hadden goede hoop en Cwillyaigne gedroeg zich als vanouds: blij. Na een oriënterend gesprek kreeg Cwillyaigne een roesje zodat ze goed onderzocht kon worden. Na enige tijd kwam Luc Janssens terug met een bedroefd gezicht. Ik wist genoeg; haar kaak was nog niet aan elkaar gegroeid. Maar het was nog erger, de ruimte ertussen was te groot om spontaan aan elkaar te groeien, er had afstoting van een deel van het geplaatste beenmerg plaatsgevonden. We besloten om de operatie een week later te herhalen.

Op 12 september plaatste Luc een tweede dosis beenmerg tussen de kaakvlakken. De operatie was goed geslaagd maar drie dagen later was het ontstoken en lag de metalen plaat een beetje bloot. Direct weer terug gereden, schoon laten maken en laten hechten. Cwillyaigne stond zwaar op de antibiotica en ik spoelde haar bek na elke maaltijd schoon.

Op 23 september constateerde ik dat de metalen plaat weer zichtbaar was, een deel van het tandvlees was verdwenen. Ik kon gelukkig gelijk terecht bij Anubis en daar hebben ze het zo goed mogelijk weer dicht genaaid. Helaas lag het de dinsdag daarop weer open. Luc en zijn team hebben er toen vijf boeken op na geslagen om een methode te vinden om het goed te sluiten. Uiteindelijk besloten ze om een deel van Cwillyaigne’s onderlip te gebruiken om het te dichten.

Terwijl ik in Engeland zat om Cheytah te laten dekken, belde Simon in paniek op dat Cwillyaigne de hele boel kapot krabde en totaal in paniek was. Hij kon vrijdagochtend bij de dierenarts terecht maar die kon niets meer doen dan alleen een kap en pijnstillers meegeven. Zaterdag was ik weer thuis en aanschouwde het drama. Cwillyaigne was onze Cwillyaigne niet meer. Dit was de bekende druppel die de emmer deed overlopen. Ze accepteerde het vreemde gevoel dat haar vast genaaide onderlip gaf, absoluut niet. Zolang ze stil op haar bedje lag was er niets aan de hand maar zodra ze opstond voor een wandeling of om te eten werd ze wild en probeerde met haar poot aan haar bek te krabben. Dit kon zo natuurlijk niet nog een paar weken doorgaan. Ik besloot dat de metalen plaat er uit moest en dat haar lippen weer zo aan elkaar genaaid moesten worden dat ze weer normaal aanvoelden voor haar.

Maandag 3 oktober heeft Luc Janssens dit gedaan en toen Cwillyaigne uit de narcose kwam en haar bek een beetje bewoog zag ik gelijk de verandering. Ze was een stuk relaxter.

Het is wel erg jammer, want de onderkaak was bezig aan elkaar te groeien, er was een hele kwetsbare brug ontstaan. Maar helaas, door de operatie en omdat er hierna geen steun meer was zijn de kaakdelen weer van elkaar gescheiden en hangt Cwillyaigne’s onderkaak weer scheef. Haar tong hangt meer buiten haar mond dan erin en ze heeft wel nog steeds af en toe pijn maar het gaat weer de goede kant op met haar, geestelijk dan. Het is zonde maar ja, soms heb je geen keus.

Op 25 oktober, bijna 8 maanden na het avontuur, heb ik de laatste hechtingen laten verwijderen. Ook de “oplosbare” die maar niet wilden oplossen en veel irritatie gaven. Nu krijgt ze rust, eerst alles goed laten genezen, zowel lichamelijk als geestelijk en volgend jaar zien we wel weer verder. Ik hoop alleen wel dat ze toch weer kan gaan coursen want dat is nog steeds haar lust en haar leven.

Comments are closed.

Archieven